Skip to main content

Praten over seksueel misbruik?! Vooral doen, let wel op de verschillende kaders!

In de jeugdhulpverlening is het belangrijk om met kinderen te praten. Zij hebben het recht op informatie over situaties die hen aangaan, en ook om daarover hun beleving en oplossingen te geven. Dat geldt ook voor thuissituaties waarin er mogelijk zorgen of onveiligheid spelen. Met Mijn Leven geef je kinderen en jongeren een laagdrempelig podium om dat te doen.

Onderdeel van Mijn Leven is het praten met kinderen en jongeren over aanrakingen die ze prettig en minder prettig vinden. En omdat we weten dat het belangrijk is om open te zijn over seksueel misbruik, komt ook dat onderwerp op een laagdrempelige manier aan de orde. Soms roept dat vragen op. En niet eens vanuit kinderen, jongeren of ouders. Zij vinden het eigenlijk erg goed, hoewel soms wat ongemakkelijk, dat het onderwerp aan de orde komt. Het zijn vaker vragen vanuit professionele hoek. Vooral van professionals die zich zorgen maken of het gesprek over misbruik wel past bij de richtlijnen die er zijn, bijvoorbeeld vanuit het kwaliteitskader taxatiegesprekken. Daarom volgt hier een misschien wat technische uitleg.

Je kunt met kinderen praten over seksueel misbruik vanuit verschillende perspectieven. Wanneer een kind een vage uitspraak doet over mogelijk misbruik, wordt er een verhelderingsgesprek ingezet, bijvoorbeeld een NICHD-interview. Een verhelderingsgesprek wordt uitgevoerd door speciaal daarvoor getrainde jeugdhulpprofessionals. Het gesprek is zo opgezet dat het kind wordt uitgenodigd om te vertellen wat er is gebeurd, zonder dat de vraagsteller invloed uitoefent op de uitspraken van het kind. Komen er uit het verhelderingsgesprek duidelijke aanwijzingen naar voren dat er sprake is geweest van strafbaar handelen ten opzichte van het kind, dan kan aangifte volgen. Een NICHD-interview wordt dus uitgevoerd met het oog op een vervolg in een strafrechtelijk kader. Doet een kind een duidelijke uitspraak over seksueel misbruik, dan kan er direct aangifte bij de zedenpolitie worden gedaan. Na een aangifte vindt er een studioverhoor plaats door special opgeleide zedenrechercheurs en wordt de verklaring van het kind door hen opgetekend. Bij gesprekken met kinderen over misbruik binnen een strafrechtelijk kader wordt het gebruik van tekeningen of plaatjes in de gesprekken afgeraden. Tekeningen geven een te weinig nauwkeurig beeld van de feitelijke situatie en zijn daarmee minder betrouwbaar zijn als bewijsmateriaal in een rechtszaak.

Binnen diagnostisch onderzoek bij vermoedens van seksueel misbruik wordt wél gebruik gemaakt van tekeningen. Tekeningen worden binnen dit kader gezien als hulpmiddelen bij het uiten van gevoelens. De tekeningen kunnen de vorm van stokpoppetjes hebben met een hele globale gelijkenis met het kind, maar kunnen ook uit standaardafbeeldingen bestaan. Die standaardafbeeldingen zijn niet heel erg expliciet maar expliciet genoeg om een kind duidelijk te maken dat het om geslachtsdelen gaat. Met behulp van de tekeningen kan het kind aangeven op welke plekken van het lijf het aangeraakt wordt en of het die aanrakingen fijn of juist niet fijn vindt. De lichaamstekeningen kunnen ook gebruikt worden om te onderzoeken of het kind over leeftijdsadequate (seksuele) kennis beschikt.

Een ander belangrijk perspectief is psycho‑educatie. Het thema ‘Aanraken’ in Mijn Leven biedt een prettige ingang voor psycho-educatie over seksueel misbruik. Na meer algemene vragen over prettige en minder prettige manieren van aanraken die een jongere of kind kent, wordt ingezoomd op seksueel misbruik. Bij jongeren kan dat aan de hand van een gezamenlijk bekeken YouTube filmpje, waarin de aanraakregels worden toegelicht (vanuit het vlaggensysteem of met nadruk op het belang van instemming). Bij kinderen wordt gebruik gemaakt van een uitlegblad (of zoals wij zeggen ‘de onderlegger’). Daarin wordt met plaatjes uitgelegd welke plekken op het lijf ‘privéplekken’ zijn en welke aanraakregels we daarvoor hebben. De tekeningen die op de onderlegger staan zijn tekeningen die vanuit wetenschappelijk onderzoek voldoende duidelijk, maar kindvriendelijk en niet intrusief zijn. Na de uitleg wordt aan alle kinderen gevraagd of zij het wel eens hebben meegemaakt dat iemand zich niet aan de aanraakregels hield. Kinderen en jongeren hebben professionals nodig die die vraag durven stellen. Wanneer een kind of jongere reageert met een vage of heldere onthulling, volgt een stappenplan volgens de richtlijnen; na een vage onthulling stel je eenmalig een zogenaamde ‘free recall-vraag’. Je schrijft duidelijk op wat jij precies gevraagd hebt en ook zo letterlijk mogelijk wat het kind heeft gezegd. Wanneer de onthulling dan vaag blijft wordt, in samenspraak met ouders, een NICHD-interview ingezet om meer helderheid te krijgen over wat er is gebeurd. Wanneer een kind of jongere een heldere onthulling doet volgt -vanzelfsprekend conform de geldende (veiligheids)afspraken en in afstemming met betrokkenen- een mogelijke aangifte.

Kortom, een NICHD-interview is bedoeld voor het feitelijk uitvragen van een vage onthulling bij een vermoeden van kindermishandeling. Het doel is het verkrijgen van een zo feitelijk mogelijke verklaring van het kind. Een gesprek met kinderen en jongeren aan de hand van Mijn Leven is bedoeld om het kind een podium geven voor zijn/haar beleving over onderwerpen die relevant zijn voor het welbevinden en de veiligheid. En daarbij hoort een gesprek over misbruik. Zoals een gesprek met kinderen aan de hand van Mijn Leven geen vervanging van een NICHD-interview is, geldt omgekeerde ook: een NICHD-interview is geen vervanging voor een gesprek aan de hand van Mijn Leven. Het is belangrijk om de verschillen goed te kennen, en te werken volgens de daarvoor geldende uitgangspunten. En te zorgen voor een goede overgang wanneer dat nodig is!

Illustratie Stefan Schweihofer